Ruta de las cabañas pasiegas
Dat Noord-Spanje prachtige kusten heeft, wist ik al. In februari kreeg ik er een voorproefje van tijdens mijn verblijf in San Sebastián. Van het binnenland heb ik toen weinig gezien en ik keek er naar uit om dit te gaan ontdekken. De Ruta de las cabañas pasiegas is een goede manier om een klein stukje Noord-Spanje, en specifiek Cantabrië, te verkennen.
We verblijven in een superleuk huisje in prachtig groene bergen. Ik ben verliefd. Niet alleen op de omgeving, maar ook op het huisje. ‘s Ochtend worden m’n lief en ik wakker met uitzicht op een berg. Een berg die geen enkele keer dat ik m’n ogen opendoe er hetzelfde uitziet. Vanuit de slaapkamer hebben we toegang tot een overdekt balkon waar je fijn verder wakker kan worden met een kop koffie of thee. Ik vind het jammer dat we hier maar vijf dagen blijven.

Ruta de las cabañas pasiegas
Het huisje ligt in de buurt van het dorp San Roque de Riomiera. Ik zie op google maps dat daar een wandeling van 10 km begint, en we besluiten die te gaan lopen. We rijden in een kwartiertje naar het door google maps aangegeven startpunt ergens in een verbrede bocht van een bergweg net voor San Roque de Riomiera. Vertwijfeld stappen we uit en lopen een beetje heen en weer, geen wandelroute te bekennen. Google maps mag er dan naast zitten, maar Google de zoekmachine weet wel raad. De wandeling blijkt midden in het dorp te beginnen. En ja hoor, daar hangt een bord met het startpunt van de “Ruta de las cabañas pasiegas”. Dit is het begin van een goed uitgezette route. Overal hangen kleinere bordjes met “ruta” of zijn er groene pijlen geverfd om je de weg te wijzen.

Puffen en hijgen
Het eerste stuk van de wandeling gaat behoorlijk omhoog. Ik ben geen klimmer. M’n lief wel. Terwijl ik puffend en hijgend bezweet raak, loopt hij dartel voor me uit. Gelukkig weet ik dat het bij dalen precies andersom is. En wat omhooggaat, moet ook weer naar beneden, dus ik wacht m’n beurt af. Mijn achterstand wordt trouwens ook veroorzaakt door de indrukwekkende omgeving. Om de paar meter sta ik stil om rustig om me heen te kijken en wat foto’s te maken. Het adembenemende komt dus niet alleen door het klimmen.

Een paleisje in het paradijs
Zoals de naam van de route al zegt, gaat de wandeling langs een groot aantal cabañas die daar liggen. Cabañas zijn stenen huisjes die vroeger in de zomer werden gebruikt door veehouders. Overdag grazen de koeien en schapen buiten, ’s nachts kunnen ze beneden in het huisje op stal. Op de verdieping daarboven werd dan gewoond. In de winter trokken de veehouders weer naar het dal waar ze huizen hadden die wat beter bestand waren tegen het winterse weer. De meeste cabañas zijn tegenwoordig onbewoond, maar aan de verse mest te zien, worden ze nog weleens voor het vee gebruikt. Veel cabañas staan te koop. Het huis waar wij in verblijven, was vroeger een geitenstal. Onze verhuurders hebben het in 10 jaar verbouwd tot een huis waar ik mezelf wel zie wonen. Ik droom dus wat weg tijdens onze wandeling. Een cabaña met ingestort dak en een half bos erin? In mijn gedachten zie ik het paleisje dat het kan worden voor me.

Groener dan groen
Een paleisje in een sprookjesachtige omgeving. Weggetjes waarbij we door een boog van bomen lopen, geflankeerd door stenen muurtjes vol mos en varens. Ik verwacht elk moment een Hobbit die achter een boom vandaan springt. Dat gebeurt natuurlijk niet. Wel zien we veel koeien die grazen in de groene bergweides. Dat groene wordt logischerwijs veroorzaakt door de vele regen die daar valt. Gelukkig hebben we daar geen last van tijdens de wandeling en hebben we goed zicht op de bergen waar we doorheen lopen. Een deel van de toppen is wel omgeven door wolken, maar het is een rustige en makkelijke wandeling, dus daar komen we niet vandaag.

Een verhard einde
De route over onverharde paden eindigt in La Concha waarna we nog bijna een uur over de verharde weg terug naar San Roque de Riomiera moeten lopen. In Nederland loop ik niet graag over verharde wegen, omdat dat meestal betekent dat er veel verkeer is. In deze omgeving is daar geen sprake van: het aantal auto’s dat ons passeert, is op één hand te tellen. En dat is maar goed ook, want we hebben nog steeds vooral oog voor de bergen die boven ons uit torenen en de Rio Miera die in de diepte loopt. Dit uitzicht gaat nooit vervelen.
